Op diverse installaties zijn pictogrammen aangebracht voor het juiste gebruik. Ook bij roltrappen, rolpaden en hellingbanen is dat het geval. Het doel, de reden van plaatsing en de beste plaats voor deze pictogrammen worden in dit artikel beschreven.
Installaties moeten veilig te gebruiken zijn. Om hier invulling aan te geven, treft de fabrikant in het ontwerp maatregelen om een gevaarlijke situatie te voorkomen. Bij roltrappen, rolpaden en hellingbanen kan daarbij gedacht worden aan voorzieningen die bekneld raken voorkomen. Of aan een voorziening die het doorzakken van een trede of palet detecteert. Daarnaast heeft de fabrikant de plicht om gebruikers te wijzen op eventuele restrisico’s zoals bijvoorbeeld knelgevaar. Ook moet de fabrikant de gebruiker instrueren over een veilig gebruik van de installatie.
Gebruikshandleiding alleen niet voldoende
Voor een veilig gebruik levert de fabrikant een gebruikershandleiding bij elke installatie. Er zijn echter veel situaties waarbij de gebruiker de gebruikershandleiding niet ziet. Daarom worden er aanvullend pictogrammen of teksten op de installatie aangebracht. Bij roltrappen, rolpaden en hellingbanen wordt de gebruiker via pictogrammen bij de opstap ervan hierover geïnformeerd. Het gebruik van pictogrammen is in de roltrap-/rolpadnorm NEN-EN 115-1 opgenomen.
Gestandaardiseerde pictogrammen
Bij roltrappen en rolpaden worden over het algemeen vier pictogrammen aangebracht. Deze pictogrammen geven informatie over het veilig gebruiken van de installatie. Deze pictogrammen zijn ontwikkeld conform Europese normeringen (ISO 3864-1 en ISO 3864-3). Hieronder vindt u hiervan afbeeldingen en een toelichting op de betekenis.
Dit pictogram geeft aan dat gebruikers de leuningband moeten vasthouden, om een val door een onverwachte gebeurtenis (bijvoorbeeld door aanstoten) te voorkomen.
Dit pictogram benadrukt dat kinderen altijd moeten worden vastgehouden, om te voorkomen dat zij vallen en ook bekneld kunnen raken.
Hiermee wordt aangegeven dat honden altijd gedragen moeten worden, om te voorkomen dat deze bekneld raken.
Hieruit blijkt dat (kinder)wagens niet zijn toegestaan. Dit pictogram moet voorkomen dat wagens klem komen te zitten, danwel er ongewild vandoor gaan.
Groot risico
Vooral het meenemen van kinderen in kinder- of wandelwagens op een rolpad of roltrap komt met grote regelmaat voor. Gebruikers nemen hierbij een groot risico, waarvan ze de gevaren onvoldoende inschatten. Het kan namelijk zijn dat de wagen vast komt te zitten tussen de leuningen of tussen de leuning en de afstap van de installatie. De installatie blijft dan mogelijk doordraaien, waardoor gebruikers beklemd kunnen raken en ten val kunnen komen. Als een wagen ongewild wordt losgelaten, zullen andere gebruikers van de installatie ook geraakt worden en mogelijk vallen, met alle risico’s van dien. Ook kan het kind in de wagen daarbij gewond raken.
In de buurt’ rekbaar begrip
Om gebruikers op veilig gebruik te attenderen, is de locatie van de pictogrammen erg belangrijk. De relevante veiligheidsnorm (NEN-EN 115-1, die ingaat op veiligheidseisen voor roltrappen en rolpaden) zegt hierover het volgende: “De pictogrammen voor de gebruiker moeten in de buurt van de ingangen van de installatie gesitueerd zijn.’’ Het in de buurt situeren van de pictogrammen is echter een rekbaar begrip. In de praktijk ziet men pictogrammen dan ook op diverse locaties.
Voorkeurslocaties voor pictogrammen
Om pictogrammen effectief te laten zijn, is het noodzakelijk dat gebruikers deze zien voordat zij de installatie gaan gebruiken. Op dat moment kunnen zij namelijk nog tijdig van gebruik afzien of maatregelen nemen. Eén van de betere plaatsen van pictogrammen is op de sokkelplaatdeklijst bij de opstap. Dit geldt met name voor situaties waarbij gebruikers de roltrap in de bewegingsrichting naderen. Dit heeft verder als voordeel dat de kans groot is dat het pictogram door de gebruiker gezien wordt. Deze kijkt immers altijd naar beneden bij het opstappen van de roltrap. Een nadeel van het aanbrengen op deze plaats is echter dat de kans op beschadiging of slijtage van pictogrammen groot is. Het plaatsen van pictogrammen vóór of tussen dubbele roltrappen is daarom ook mogelijk. Locaties van pictogrammen zouden, naar de mening van het Liftinstituut, minimaal aan de hierboven vermelde posities moeten voldoen of aan posities die hieraan gelijkwaardig zijn.
Minder goede plaats
Een minder goede plaats voor een pictogram is de balustrade van een roltrap of rolpad. Hierbij is de pictogram namelijk alleen goed zichtbaar als de gebruiker van de installatie deze van opzij nadert. Als dat het geval is, is het belangrijk dat het pictogram aan beide zijden van de balustrades wordt aangebracht. Tenzij het slechts mogelijk is om de installatie van één zijde te benaderen.