Het waarborgen van de veilige werkomstandigheden voor de liftmonteur en liftinspecteur is onderdeel van de zorgplicht van de gebouweigenaar, een en ander op basis van de Arbowet en artikel 6:174 uit het Burgerlijk Wetboek. Bij veel, meestal oudere, liften moeten aanvullende voorzieningen getroffen worden; onder andere beveiligingen bij tractieschijven, ladder in de put, veilige toegang machinekamer etc. Voor gebouweigenaren is dit moeilijk te beoordelen. Sinds januari 2004 melden de keuringsinstanties daarom tekortkomingen met betrekking tot het veilig werken op het keuringsrapport.
INVULLING IN DE PRAKTIJK
Voor een goede beoordeling is in het verleden met alle betrokken partijen een ‘Veiligheid bij Onderhoud en Keuringschecklist’ (VOK-checklist) opgesteld, die als leidraad dient bij een keuring. Ook de Inspectie SZW (voorheen Arbeidsinspectie) was daarbij betrokken. De Inspectie SZW zal het document daarom mede gebruiken bij een door hen uit te voeren ongevalsonderzoek bij liftinstallaties.
Risicograad
Afhankelijk van de grootte van het risico heeft elk controlepunt een risicograad (risicocategorie).
- Urgent (valgevaar bij toegang over het dak)
- Nodig (valgevaar algemeen, knelgevaar, elektrocutie, verplettering, inspectiebesturing, verlichting) – let wel: voornamelijk lift technisch
- Belangrijk (vluchtroute, begaanbaarheid, stootgevaar, uitglijden, noodverlichting, onvoldoende werkruimte) – let wel: voornamelijk bouwkundig
- Wenselijk (noodverlichting)
NOODZAKELIJKE AANPASSINGEN
In de afgelopen periode zijn de gebouweigenaren via het keuringsrapport geïnformeerd over de noodzakelijke aanpassingen om hun lift aan de Arbo bepalingen te laten voldoen.
Om die reden worden de opmerkingen die in het verleden op een keuringsrapport gemaakt met een risicograad 3 en 4 met ingang van 1 oktober 2012 niet meer op de keuringsrapporten vermeld. Dat wil niet zeggen dat de verplichting om deze keuringspunten te verhelpen, vervalt als een gebouweigenaar dat nog niet gedaan heeft. Ze blijven dan gewoon van kracht. Vanwege de urgentie en de directe gevaren blijven opmerkingen met een risicograad 1 en 2 wel herhaald worden op de keuringsrapporten.
Als de keuringswerkzaamheden vanwege risicovolle situaties niet veilig uitgevoerd kunnen worden, is de kans groot dat de inspecteur de keuring niet kan afmaken. Het certificaat kan dan niet worden verstrekt. Dit betekent dat de lift dan niet in gebruik mag zijn.