Hoe ver moet je gaan om ongevallen op de roltrap te voorkomen? Tijdens een informatieve ontbijtsessie van het Liftinstituut op woensdag 12 november 2014 discussieerden retailers, gebouwbeheerders, beveiligers en vastgoedmanagers over dit thema. Conclusie: spreek gebruikers aan op verkeerd gebruik, laat mogelijk extra veiligheidsvoorzieningen plaatsen, houd rekening met de winkelinrichting, maar doe vooral ook een beroep op het gezond veiligheidsverstand van de roltrapgebruiker.
Beknelde handen door leuningbanden, voeten die gegrepen worden door kamplaten of aan de zijkant vast komen te zitten, uitglijden en vallen bij het op- en afstappen – jaarlijks zijn er vele ongelukken op de roltrap te betreuren. Volgens officiële Europese cijfers ging het in 2012 om zo’n 376 ongelukken, maar volgens John van Vliet, technisch directeur van het Liftinstituut, is dat slechts het topje van de ijsberg: “Eigenaren en beheerders zijn vaak terughoudend om deze ongevallen te melden.”
Aanspreken op onveilig gedrag
Van Vliet adviseerde de aanwezigen om bij onveilige situaties mensen aan te spreken op hun gedrag. Hóe je dat moet doen, leidde wel tot discussie: niet iedereen is van ‘reprimandes’ gediend. Paul Doll van retailer Hennes & Mauritz bevestigde dat ouders zich inderdaad snel ‘aangevallen’ voelen. “Maar onze mensen blijven hen aanspreken, ook al krijgen ze een ‘grote mond’ terug. Een roltrap kan namelijk een gevaarlijke installatie zijn als je er niet goed mee omgaat. Meestal loopt het goed af, maar tien jaar geleden is in een filiaal een jongen verongelukt toen hij op de roltrap aan het stunten was. Wij trainen onze mensen er daarom op om klanten vriendelijk te wijzen op foutief of gevaarlijk gedrag. Dat doen we vanuit onze verantwoordelijkheid als ‘goed huisvader’.”
Pro-actieve opstelling onderhoudsfirma’s nodig
Naast het aanspreken op onveilig gedrag kunnen ook extra veiligheidsvoorzieningen soelaas bieden bij het voorkomen van roltrapongelukken. Volgens Martin Brink van Schindler Liften kunnen roltrappen eenvoudig worden beschermd tegen beklimming aan de buitenkant en tegen meesurfen op de leuningbanden. Ook kan de roltrap technisch veiliger worden gemaakt met anti-slipprofielen of -coating, met tredeverlichting en met sokkelborstels – de laatste zijn inmiddels verplicht. Opvallend was dat niet alle gebouwbeheerders en vastgoedmanagers op de hoogte bleken van deze voorzieningen – een indirecte uitnodiging aan de roltrapproducenten om hun innovaties vooral te delen met klanten.
Soms nemen gebouwbeheerders ook zelf technische maatregelen om ongelukken te voorkomen. Zo plaatste Schiphol paaltjes voor roltrappen om te voorkomen dat bagagewagens, rolstoelen, scootmobielen, kinderwagens of buggy’s op de roltrap worden meegenomen.
Gevaar in de roltrapomgeving
Gevaarlijke situaties kunnen volgens Van Vliet van het Liftinstituut eveneens ontstaan door een verkeerde winkelinrichting. Van Vliet noemde het voorbeeld waarbij een retailer de ruimte tussen twee roltrappen gebruikte als schap voor producten in de aanbieding. “Gevaarlijk, want hierdoor leid je roltrapgebruikers onnodig af.” Ook wordt de loze ruimte onder de roltrappen nog wel eens gebruikt als kinderspeelplaats. “Dat is vragen om moeilijkheden”, aldus Van Vliet. “Ouders letten dan niet op hen, en hun kinderen zitten dan zó, onbegeleid, op de roltrap zelf.”
Grenzen aan veiligheid
Klaas Voet van vastgoedeigenaar Corio stelde tot slot dat fabrikanten, beveiligers, eigenaren/beheerders en retailers er alles aan kunnen doen om veilig roltrapgebruik mogelijk te maken, maar dat de eindverantwoordelijkheid uiteindelijk bij de roltrapgebruiker ligt. “Er zijn grenzen aan wat je kunt doen om ongevallen te voorkomen. Een roltrap blijft een bewegende installatie; je kunt niet alle risico’s afdekken. Gebruikers meer bewust maken van de gevaren moet daarom voorop staan.” Het Liftinstituut deed dat tijdens de Week van de Veilige Roltrap met een landelijke campagne, een informatiefilm en een gratis e-learningmodule voor winkelpersoneel en beveiligers – allemaal te vinden op www.roltrapveilig.nl.